Verbindingen via repeaters
Repeaters of relaisstations ontvangen een FM-signaal, versterken het en zenden het opnieuw uit in dezelfde frequentieband.
Ze worden op hoog gelegen locaties geïnstalleerd waardoor ze een ruime omgeving ( 20 - 50 km ) kunnen dekken.
Dat geldt zeker in het vlakke Vlaanderen; in het zuidelijk deel van België hangt het bereik sterk af van de hoogteverschillen in de regio in kwestie.
Daardoor kan je met een portabel of mobiel toestel via een repeater verbindingen maken over veel grotere afstanden dan je normaal rechtstreeks kan realiseren.
Omdat portabele en mobiele toestellen beperkt zijn wat betreft vermogens en antennemogelijkheden, hebben ze voorrang op vaste stations bij het gebruik van repeaters.
De eerste repeaters werkten in de 2 m-band op kanalen die 25 kHz uit elkaar lagen.
Om meer repeaters in dezelfde band onder te kunnen brengen werd daarna overgestapt op een raster van 12,5 KHz.
Later werden meer en meer repeaters op 70 cm geïnstalleerd, ook op een 12,5 KHz raster.
Overigens bestaan er ook op andere VHF/UHF-banden ( 50 MHz, 23 cm... ) en op HF ( 10 m ) relais, maar die worden minder gebruikt.
Het bereik van 70 cm-repeaters is meestal wat kleiner dan dat van de 2 m-relais waardoor ze meer gebruikt worden om plaatselijke verbindingen te vergemakkelijken.
Een volledige en regelmatig bijgewerkte lijst van de repeaters in België ( met frequenties en CTCSS-toegangstonen )
vind je op de website van de UBA via deze link.
Een overzicht van de Nederlandse repeaters kan je downloaden van de website van het Nederlandse Agentschap Telecom.
Amateurrepeaters worden gebouwd, onderhouden en betaald door de plaatselijke radioamateurverenigingen
en het spreekt voor zich dat zij er op toe zien dat die enkel door behoorlijk gelicentieerde radioamateurs gebruikt worden.
Omdat vaak dezelfde amateurs via dezelfde repeaters werken, worden misbruiken snel ontdekt.
Wie een repeater gebruikt zonder zendmachtiging brengt niet alleen de verantwoordelijke voor het relais in de problemen:
hij riskeert ook voor zichzelf gerechtelijke vervolging door de overheid en er staan strenge straffen op.
De "shift" van een repeater
Om te voorkomen dat het sterke zendsignaal de ontvangeringang zwaar zou oversturen ( beide antennes staan immers vlak bij elkaar op dezelfde mast ),
zenden repeaters op een andere frequentie uit dan ze ontvangen. Het verschil tussen beide frequenties is de "shift", en die is min of meer gestandaardiseerd.
- op 2m is de shift -0,6 MHz, dat wil zeggen dat de repeater op een frequentie ontvangt die 0,6 MHz lager ligt dan de frequentie waar hij op zendt.
Neem bijv. de repeater van Tongeren ON0LB: die zendt uit op 145.775 MHz en ontvangt op 145.175 MHz.
- op 70 cm zijn er in België twee verschillende shifts gangbaar: de oudere van +1,6 MHz die in België op de relais van de eerste generatie wordt gebruikt
( en die ook in Frankrijk nog standaard is ), en de meer recente van -7,6 MHz die in Duitsland gebruikt wordt en die nu ook in België meer en meer toegepast wordt.
Om een verbinding te maken via een repeater, moet je je transceiver dus omgekeerd instellen zodat je luistert op de frequentie waar de repeater op zendt en andersom.
In het voorbeeld hierboven moet je dus om het relais van Tongeren te gebruiken, luisteren op 145.775 MHz en zenden op 145.175 MHz.
De meest moderne zendontvangers zijn zo geprogrammeerd dat zij voor frequenties in de repeater-subbanden, automatisch de standaard-shift toepassen.
Kijk dat even na, en pas eventueel die standaard-shift aan in functie van de repeaters die je meestal wil gebruiken.
Voor alle andere moet je dan manueel de afwijkende shift in de geheugens van je toestel opslaan.
In praktijk is dit eigenlijk helemaal niet zo ingewikkeld als het misschien lijkt. Eenmaal je transceiver juist ingesteld is,
werkt het even vlot als een rechtstreekse verbinding met het tegenstation, en ondanks de "omweg" van het signaal, met een veel betere verstaanbaarheid.
Drie manieren om een repeater te openen
Normaal "slaapt" een repeater zolang de ontvanger geen activiteit waarneemt op zijn ingangsfrequentie: de zender geeft dus geen uitgangssignaal.
( Af en toe geeft een repeater wel in fonie of CW zijn roepnaam zodat je weet dat je op het juiste kanaal zit en de repeater
QRV is.)
Om de zender in te schakelen wordt een ( of soms twee ) van de volgende werkwijzen gebruikt:
- de repeater gaat open van zodra hij een draaggolf hoort; dat is het eenvoudigste, maar de kans is dan groter dat een toevallig signaal de repeater aanzet, wat niet de bedoelling is.
- de oudste methode is dat je de repeater tot leven wekt door even een audiotoon van 1750 Hz uit te zenden.
De meeste zendontvangers hebben een knopje dat daar speciaal voor dient, op portofoons vaak vlak naast de PTT-knop.
Noteer dat op sommige recente portofoons standaard geen 1750 Hz-toets meer zit: het kan dan nodig zijn een toets daarvoor te programmeren.
Van zodra de repeater die toon hoort gaat hij open: meestal hoor je zijn callsign in CW en zie je op je S-meter het niveau van de carrier.
Op dat moment kan je je oproep uitzenden.
Een tiental seconden na het wegvallen van je draaggolf ( of die van het tegenstation ) "valt de repeater weer in slaap".
- Tegenwoordig vergen veel repeaters een ( onhoorbare lage ) CTCSS-toon om open te gaan.
Dat CTCSS-signaal wordt dan continu mee uitgezonden.
Daarmee kunnen verschillende relais op hetzelfde kanaal gebruikt worden.
Je moet je zendontvanger zo instellen dat de juiste toon ( meestal naargelang de regio ) meegestuurd wordt.
Dat impliceert natuurlijk dat er in je toestel een schakelingetje zit dat die CTCSS-tonen kan opwekken.
In oudere portofoons is dat vaak niet aanwezig maar er bestaan kleine printjes waarmee je dat kan inbouwen.
Echolink
Sinds enkele jaren bestaat er een systeem waarbij repeaters via een internetverbinding aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Je maakt dan een verbinding met zo'n "Echolink-relais" en geeft met
DTMF-tonen een commando door om een verbinding naar een andere "Echolink-repeater" te leggen.
Dan tik je diens "telefoonnummer" in, en er komt een verbinding tot stand met een repeater in bijv. Boston !
Je kan als radioamateur ook via een computer met een soundcard over het internet een Echolinkrepeater gebruiken
- of daar dan nog veel radio aan te pas komt is een andere vraag...
Het valt buiten het bestek van deze website om al deze mogelijkheden toe te lichten, maar weet dat veel relais daarmee uitgerust zijn.
Schrik dus niet als je plots op je lokale 70 cm-repeater een Braziliaans station hoort roepen !
Meer informatie staat op deze Engelstalige website over het
Echolink-systeem.
Om Echolink te gebruiken moet je transceiver ( of microfoon ) dus DTMF-toontjes kunnen genereren.
Als dat niet het geval is kan je dat vrij gemakkelijk oplossen: quasi alle moderne telefoons en GSM-toestellen
laten die "telefoontoontjes" horen als je een nummer intikt.
Hou die telefoon bij je microfoon en je kan je Echolink-verbinding opzetten.
Er bestaan ook losse DTMF-toestelletjes die gebruikt worden om bijv. een antwoordappararaat op afstand te bedienen.
Ook die zijn perfect bruikbaar voor dit doel.
Naast Echolink bestaan er nog gelijkaardige systemen zoals IRLP en EQSO.
D-Star, DMR en C4FM
D-Star en DMR zijn twee nieuwe normen voor digitale amateur-verbindingen. Met een toestel dat die technologie aan boord heeft, krijg je
gelijkaardige mogelijkheden als bij een GSM-netwerk:
net als bij Echolink kan je met zo'n transceiver wereldwijde verbindingen maken via digitale repeaters die over het internet met elkaar verbonden worden.
Dat D-Star systeem wordt zeer populair in onze buurlanden en ook in België zijn er al een aantal repeaters voor aangepast.
Je kan de laatste stand van zaken volgen op de
Digitalvoice-website.
Omdat D-Star met een heel specifieke
codec werkt,
zijn er nog niet veel commerciële toestellen met dit protocol op de markt.
In praktijk biedt enkel Icom op dit ogenblik een volledig gamma toestellen aan.
De vraag is of de andere grote merken deze technologie ook gaan overnemen, dan wel eigen, al-dan-niet compatibele versies zullen ontwikkelen.
DMR is een gelijkaardig systeem dat door enkele andere merken ( Hytera, Motorola ) wordt gecommercialiseerd en de laatste tijd sterk opkomt.
Yaesu promoot nog een ander systeem dat ze "C4FM" doopten. Op dit ogenblik is er dus nog geen gemeenschappelijke standaard voor digitaal amateurverkeer.
Sommige repeaters werken uitsluitend in een of andere digitale mode, maar er zijn er ook die zowel een digitale mode als klassieke, analoge FM kunnen verwerken.
Als je in FM naar zulke repeater luistert hoor je een soort ruis als hij op dat moment digitale verbindingen verwerkt.
Meestal kan je door het instellen van de juiste CTCSS-code, die ruis uit je ontvanger houden.
Nog enkele tips voor het gebruik van repeaters
- Respecteer de oorspronkelijke bedoeling van repeaters: het vergroten van het bereik van portabele en mobiele stations.
Gebruik dus geen repeater voor een urenlange verbinding met een medeamateur die je gemakkelijk rechtstreeks ( "simplex") kan werken.
Leg eventueel contact over de repeater en spreek dan een andere frequentie af om de verbinding voort te zetten.
- Laat regelmatig even een pauze zodat portabele en mobiele stations de kans krijgen om zich te melden over het relais.
- Zorg dat je de frequenties ( incl. correcte shift en CTCSS-toon ) van de belangrijkste repeaters in je omgeving vooraf in je toestel opslaat.
- De meeste toestellen bieden de mogelijkheid om even te luisteren op de ingangsfrequentie van het relais.
Op die manier kan je checken of je je tegenstation niet even goed rechtstreeks kan werken.
- Het is niet omdat je niet veel beweging hoort op een repeater, dat er niemand naar luistert - vaak integendeel !
In de shack van veel amateurs staat er permanent een ontvanger op het plaatselijk repeaterkanaal afgestemd terwijl ze met andere dingen bezig zijn.
Je hoort hen enkel als iemand hen aanroept of als ze zin hebben om tussen te komen in een lopend QSO.
- Relais hebben een groot bereik en kunnen met een goede antenne gemakkelijk 100 km verder ontvangen worden.
Ook veel luisteramateurs met scanners volgen het verkeer op de amateurrepeaters: let dus wat op wat je vertelt en kraam geen onzin uit...